Het grondbeginsel van grafiekkunst is dat er in een drukvorm een afbeelding wordt gemaakt die  afgedrukt kan worden op papier of een andere drager. Het is een medium dat toelaat om meerdere  exemplaren van eenzelfde werk te realiseren, maar met zijn eigen specifieke mogelijkheden kan dit  medium autonoom staan naast andere kunstvormen of ook net zo goed een aanvulling zijn bij  andere kunstvormen.  

Het atelier inspireert het onderzoek en experiment van verschillende media, ook met andere ateliers  binnen de academie. Het staat in de mate van het mogelijke open (crossover, keuzeatelier en  projectatelier) voor iedere student die een project voor ogen heeft dat hij of zij grafisch wil uitwerken.  

In het begin van de opleiding worden basistechnieken aan de hand van oefeningen aangeleerd. Om  de maand wordt een ander procedé geïntroduceerd om zo een eerste stap te zetten naar een eigen  vormentaal met lijnets, monotype, droge naald, vernis-mou, aquatint, suikerets, maar ook aan de hand van eenvoudige steendruk en zeefdrukopdrachten.  

Op deze manier kan een student de traditionele druktechnieken leren kennen maar evenzeer werken vanuit het creatief ontstaansproces zonder dat er een ontwerp aan vooraf gaat en de techniek eerder als ondersteuning van zijn of haar creativiteit gebruiken.  

In een verdere fase worden de studenten van hogere jaren aangezet de mogelijkheden van een gekozen discipline of techniek verder te onderzoeken en af te stemmen op het beoogde denkbeeld  van het werk.  

Op deze manier kan elke student een eigen parcours afleggen in de loop van de opleiding om zo zijn of haar artistieke persoonlijkheid vorm te geven.   

In het grafiekatelier moet uiteindelijk elk individu vrij zijn om te werken met grafiek zoals hij of zij dat wil.